Tanzania, start van onze wereldreis
Het plan was uitgestippeld, juli 2020 zouden we op wereldreis met het gezin. School, werk, huis geregeld, maar helaas was daar Corona… We besloten in Europa te blijven en de wereldreis uit te stellen.
Aangezien we in oktober nog steeds aan het thuiswerken waren hadden we bedacht dat we dat ook wel in Tanzania konden doen; het land zonder lockdowns en (toen nog) de 1,5 meter – en mondkapjesplicht. Zo kwamen we in contact met Marjolijn van Explore Tanzania. Helaas ging dit plan niet door, omdat onze opdrachtgevers dit toch niet zo’n goed idee vonden. Maar we besloten toch in december 2020 de zon op te zoeken en ons op Zanzibar op te laden. Het was heerlijk!!!!
Daar is het plan geboren om de uitgestelde wereldreis toch te starten en wel in Tanzania. Daarna zien we wel weer verder, is het idee.
In overleg met Marjolijn kiezen we voor een fijne accommodatie met eigen keuken en wasmachine. We hebben moeilijke eters en drie maanden pannenkoeken en patat lijkt ons niet echt een goed idee. We huren een huis bij Ngare Sero Mountain lodge en de excursies boeken we wel als we er zijn; we hebben immers tijd genoeg.
En zo vertrekken we op 7 april 2021 voor drie maanden naar Tanzania met wederom een geplande afsluiter in Zanzibar. We nemen afscheid van opa en oma op een regenachtige Schiphol, en ons avontuur is begonnen.
Als we aankomen en door alle checks zijn, worden we netjes opgewacht door onze chauffeur die ons naar ons nieuwe “thuis” brengt voor de komende twee maanden. Het terrein is prachtig en het huis heeft alle ruimte die we nodig hebben. En na een heerlijk maaltijd pakken we onze koffers uit.
We gebruiken de eerste dagen om wat te wennen. En hoewel we niet echt wegwijs gemaakt worden, is het personeel erg vriendelijk en bereid om ons te helpen. We regelen een cafetière, wat extra pannen en we krijgen brood mee voor het ontbijt voor de volgende dag. We laten ons heen en weer rijden naar de supermarkt voor de hoogstnoodzakelijke boodschappen. Maar nadat we daar een van de eigenaren spreken, blijkt dat we de boodschappen ook kunnen bestellen. Dus dat doen we dan graag.
Na een paar dagen gaat het toch kriebelen om het land met de prachtige Nationale Parken te ontdekken. We maken een kalender en zetten daarop de plekken die we willen bezoeken. Als eerste zijn Tarangire en Lake Manyara aan de beurt.
Op de dag van vertrek staat onze gids Joseph voor ons klaar om ons te vergezellen de komende dagen. De grote goedlachse gids heeft een geweldige safari Landcruiser bij zich en we rijden in 2,5 uur naar het park toe.
We rijden het park in met het dak open en zien in de verte al meteen van alles lopen: giraffen, antilopen, zwijnen, andere soorten herten, apen en olifanten. Het is een prachtig park, maar als we bij de lodge aankomen, blijkt er toch nog een overtreffende trap te zijn. Onze lodge ligt op een kleine heuvel die uitkijkt over een groot stuk Tarangire vallei met uitgestrekte graslanden, mooie grote bomen (waaronder de typische baobab) en een rivier: zo adembenemend mooi. ‘s Middags hebben we nog een lange Safari drive waar we natuurlijk ook dezelfde beesten zien, maar dan vaak van dichtbij. Daarnaast zien we veel verschillende soorten vogels in alle kleuren en maten, en roofvogels die op grote hoogtes vliegen. We rijden dwars door een grote kudde buffels. Na het eten gaan de meiden naar bed en spreken we af dat er één ouder in ieder huisje zit. De stroom gaat er namelijk ‘s nachts vanaf en het is dan echt pikkedonker. Het mooie daarvan is dan weer dat we een prachtige sterrenhemel zien, de Melkweg en vallende sterren. Maar wat moet je nog wensen, als je al in het paradijs bent….
’s Ochtends bij het wakker worden bespreken we de vele geluiden die we vannacht gehoord hebben. Als je midden in een nationaal park slaapt, zonder omheining, komt er nogal eens wat voorbij. Onze gids vertelt ons dat vooral de hyena’s lekker herrie hebben gemaakt vannacht.. We ontbijten en gaan weer op pad. We rijden door een prachtig stuk natuur langs heuvels en de enige rivier van het park en zien vooral giraffen gracieus rondlopen. Lange stukken zien we ook niet per se beesten, maar het is heerlijk weer en echt heel mooi allemaal. Na een tijdje zien we in de verte een grote groep olifanten, maar als we er naar toe willen rijden komen we vast te zitten. Kan gebeuren, beetje scheppen, beetje naar links en naar rechts en we kunnen weer. Liever niet te lang vastzitten in niemandsland. Na wederom een uurtje rijden, zien we een enorme uitdaging: modder en water op het enige pad waar we overheen moeten en zelfs onze gids vertrouwt de auto niet hier doorheen. Dan moeten we ons echt zorgen gaan maken. Frans gaat eerst buiten navigeren (echt superslim, los rondlopen met allerlei soorten wilde beesten vlakbij), maar ik [Marijke] praat kennelijk teveel op onze gids in en hij besluit om via het hoge gras te gaan. Allemaal eruit, gassen en gelukkig gelukt.
Het mooie van deze tijd – en vooral in combinatie met Corona natuurlijk – is dat er vrijwel geen andere mensen zijn en wij dus het hele park zo’n beetje voor ons alleen hebben. Het nadeel is echter dan weer dat als we vastzitten het waarschijnlijk uren gaat duren voordat er überhaupt iemand bij ons kan zijn. Net als we concluderen dat we relatief weinig beesten hebben gezien, krijgen we toch nog een prachtig toetje. Een stoet olifanten staat midden op de weg, met een wel hele kleine baby olifant. Wat een geweldig gezicht. We sluiten deze dag af met het zwembad, lekker drankje en heerlijk eten.
Op de laatste dag in Tarangire National Park ruimen we boel ’s ochtends op en zien de apen al voor de deur rondbanjeren als we wakker worden. Speciale aan deze (Vervet) apen is dat de mannetjes blauwe ballen hebben als ze ‘zin hebben’. En met blauw, bedoel ik ook echt blauw.
We rijden Tarangire National Park door met nog een kleine safari waarin nog een paar giraffen, zwijnen, herten en apen tegenkomen, maar de highlight van dit stukje is toch wel de kameleon met z’n prachtige kleuren! Hierna gaan we richting Manyara National Park bij het gelijknamige meer.
De weg ernaar toe is een behoorlijke uitdaging; zelfs voor onze megajeep die werkelijk waar alles kan. Gaten, overstromingen, discutabele hellingen en vooral manoeuvreren op gevoel door Joseph, helpt ons er doorheen. Voordat we nationaal park Manyara in gaan, komen we in een verschrikkelijk arm gedeelte van Tanzania terecht. Mensen hebben lemen hutjes, golfplaten zijn overal te zien, overstromingen hebben ervoor gezorgd dat huizen onbewoonbaar zijn en het is vaak een onmetelijke hoeveelheid troep die niemand kennelijk opruimt. Met een laatste blik op een dame die een kind vasthoudt naast een lemen hutje van 2×2 meter zonder stroom en water, word je toch een beetje weemoedig. We rijden richting de achteringang van het park en daar heeft kennelijk al heel lang niemand meer gereden. De weg kan je nauwelijks zo noemen en met kunst- en vliegwerk bereiken we eindelijk onze lunchplek tevens ingang van het national park. Het Manyara National Park adverteert groots met het enige park waar de leeuwen in de bomen zitten dus daar gaan we naar op zoek. Er zit van alles qua wild, maar veel hebben we natuurlijk al gezien in het vorige park, dus laat die leeuwen maar komen! We rijden door het park en zien al snel dat de hoeveelheid regen van de afgelopen drie jaar zijn tol heeft geëist. Het meer is een stuk groter dan normaal; eigenlijk te groot, want de bomen die voorheen aan de waterkant stonden, zijn nu dood hout. Het park zelf is wel verschrikkelijk groen, heuvelachtig en prachtig om te zien. Het is echter zo dik bebost, dat we het eerste gedeelte geen dier tegenkomen; al helemaal geen boomklimmende leeuwen. Als we langs het meer rijden zien we voor het eerst nijlpaarden, flamingo’s en pelikanen en vlak voordat we bij onze slaapplaats van vanavond aankomen, mogen we nog wat giraffen aanschouwen. We slapen middenin het park in een ecologische lodge. De douche is een stortbak, na de wc beurt moet je de boel met houtsnippers bedekken, er is geen stromend water, geen elektriciteit, maar er is wel rust. Heel veel rust. Er is helemaal niemand in de lodge verder en we zitten tegen een berghelling met een waterval aan en een klein stromend beekje. Er is ook geen omheining, dus in principe kan alles gewoon voorbij lopen wat er in het park te vinden is. Apen zijn er al, buffels schijnen aan de overkant te zitten, maar op het strand zien we al de enorme afdrukken van de olifanten; naast onze slaapplaatsen, hmmm. Niet teveel bij nadenken maar. De meiden spelen de rest van de middag bij de beek/waterval en ’s avonds dineren we bij licht (opgewekt van zonnepanelen) op het strand.
We worden ’s ochtends wakker en zijn benieuwd wie er vannacht langs onze tent is geslopen. De meiden denken grote olifantenstappen te zien op het strand, maar die stonden er gisteren ook al:-) Wel is er een levendige apenfamilie op de rotsen en het strand en in de verte staan buffels lekker in het water af te koelen en te drinken. Het ontbijt is ook op het strand en met heerlijke pannenkoeken is ook dit weer een hit. We ruimen alles op en verlaten dit kleine paradijsje alweer op zoek naar dieren in het nationaal park; eerlijk gezegd vooral leeuwen! We rijden een flink stuk en zien wel een prachtig landschap met groene heuvels, een groot meer en alle soorten bomen die je kunt verzinnen, maar in eerste instantie niet veel dieren. Tegen het einde echter lijken ze allemaal in sneltreinvaart toch langs te komen: – Veel groepen herten – Grote bavianenfamilie met tussendoor zwijnen – Meerdere giraffen die erg dichtbij staan – De allereerste gnoe – Een paar zebra’s En..als klap op de vuurpijl een (mannetjes)leeuw die aan het zonnen is op het strand. Een vrij magere en luie variant, maar niet minder indrukwekkend. Na een poosje staren staat hij op en verdwijnt in het dikke bos, maar wat gaaf! We verlaten het nationaal park en rijden naar een nabijgelegen dorp: Mto Wa Mbu. Een dorp waar nagenoeg alle stammen van Tanzania bij elkaar komen om te handelen met elkaar en hier gaan we – na wat lunch – met een tuktuk rondrijden. De bedoeling was dat we dit met een fiets gingen doen, maar dat durft Karlijn nog niet – de fiets was ook wel iets te groot. Voordeel van een tuktuk is ook dat we geen inspanning hoeven te leveren in 30 graden. We rijden door zeer arme buurten en een variëteit aan mensen en stammen en stoppen bij een lokale markt. Hier zijn vooral groenten te vinden, maar ook een houten mixer, kookpot op vuur en andersoortige dingen die je echt alleen vindt in een arme wijk. We lopen een rondje en lopen lekker snel langs de slagers (wat een geur..). Even verderop krijgen we wat uitleg over de bananenbomen – en daar zijn er nogal veel van! – en krijgen we wat uitleg over lokale schilderkunsten. De ’tourist trap’ slaan we even over en weer even verderop lopen we langs een houtbewerkingsbedrijfje met mooie dingen. We kopen drie schaaltjes voor de meiden en gaan terug naar de grote jeep. Het is nog een kleine drie uur rijden voordat het safari-avontuur voorbij is. Die verlopen rustig op een lekkere snelweg, al worden we wel door een grote colonne dure auto’s en politie asociaal van de weg gedrukt met de legendarische opmerking van onze gids ‘probably someone important, most likely corrupt’. We eten op onze eigen lodge, douchen de safarigeur af en houden ermee op voor vandaag.
(wordt vervolgd)
Wil jij ook zo’n prachtige reis maken?
Bekijk dan de voorbeeldreizen die volledig naar wens aan te passen zijn of
neem direct contact met ons op voor een reis op maat!