Allerlekkerste samosa’s ooit
Een van de doelen die Anne Huus op haar wensenlijst had staan na de pensionering, was nog een reis naar Afrika maken. Ik was zelf nog nooit in Afrika geweest. Hierom werd, op basis van eerdere ervaringen van Anne Huus, Tanzania als meest toegankelijk Afrikaans land uitgekozen.
Na enig onderzoek op het internet hebben we een afspraak gemaakt met Explore Tanzania, en zijn we naar Apeldoorn gegaan om het een en ander te bespreken. De professionaliteit waarmee onze wensen werden vertaald in haalbare doelen was ongekend. Maar de passie die de mensen bij Explore Tanzania uitstraalden ging daar nog aan voorbij.
Er werd een voorlopige reis in elkaar gezet, en na nog wat voorstellen heen en weren, kwamen we uiteindelijk tot een mooi plan voor een reis van 15 dagen; 10 dagen Tanzania en 5 dagen Zanzibar. Helemaal aangepast aan onze wensen: Vliegen op Dar es Salaam, dan met de auto naar Udzungwa Mountains National Park, vandaar via Mikuni naar Selous/Nyerere. En tot slot vanaf een airstrip met een lokale vlucht naar Zanzibar voor de laatste loodjes strandvakantie.
Onze reis begon op Schiphol met een storing aan het KLM-vliegtuig; na twee uur op de taxibaan te hebben gestaan, konden we eindelijk de lucht in. Het KLM-personeel heeft overigens zijn uiterste best gedaan om het ongemak zo klein mogelijk te houden. (Aanrader: reserveer een stoel met extra beenruimte). Op het vliegveld van Dar es Salaam, kwamen we uiteindelijk zo rond 1 uur in de ochtend aan, en daar stond een stralende gids/chauffeur hij was al op de hoogte van onze vertraging, en het eerste wat hij ons zei: Hakuna Matata ! Gelukkig hadden wij in de reis al een dag extra gepland, om in Dar es Salaam aan de lokale temperatuur 30-32 °te wennen, dus werden we naar een hotel ongeveer een uur ten zuiden van het vliegveld gebracht.
Nadat Patrick (de chauffeur) de hotelmanager uit zijn bed had gebeld, kregen we een keurige kamer toebedeeld, en werd er zelfs iemand op uitgestuurd om de bar van slot te halen, om een Kilimanjaro biertje te regelen. Deze extra dag bleken we heel goed te kunnen gebruiken, want na goed te hebben geslapen, belde Patrick om een uur of 3 op om te vragen of alles goed ging, en of we het er mee eens waren om de volgende morgen om 8 uur te vertrekken.
Tijdens de autorit van Dar es Salaam naar Udzungwa bleek Patrick een hele gezellige gids én reisgenoot. Zijn eigen levensverhaal is goed voor een jongensboek ( wat dan nog wel door iemand geschreven moet worden) Hij kan honderduit vertellen over zijn land, over politiek, verkeer, eten en drinken, andere gebruiken en ceremonies, over “mishkaki” (zouden wij een sateetje noemen) maar dan op een brommertje, over de houtskoolkoeriers, over de organisatie van openbaar vervoer en noem het maar op. Onderweg een paar keer gestopt om een kop koffie te scoren met de allerlekkerste samosa’s ooit, of een geweldige lunch met lokale gerechten bij een wegrestaurant, en ook bij een boom waar een man zijn ‘s morgens geplukte mango’s aan de man bracht.
Deze mango’s waren zo lekker, dat we spontaan een toevallig passerende oude Maasai hebben blij gemaakt met onze lunchpakketjes. Ook hebben we onderweg gezien wat er gebeurt wanneer het regent in Tanzania. Dit is wel een maatje anders dan een Nederlands regenbuitje.
Onderweg zien we veel tuincentra en heel veel benzinepompen.
Aangekomen in de Udzungwa Mountains (Hondo, hondo tented camp) werden we opgewacht door allemaal stralende gezichten, ook hier werd elke, door ons voorzichtig gestelde vraag, vertaald naar een opdracht, en met “Hakuna Matata” beantwoord. Het lijkt of in Tanzania, niets, maar dan ook niets, onmogelijk is. Waar wij plegen te zeggen “dat kan niet” zeggen zij “dat is misschien wel lastig”. De keuken bij deze accommodatie was overigens fantastisch!
Ons werd vooral op het hart gedrukt, dat we niets aan spullen buiten de tent konden laten liggen, en maar beter de deuren van de tent altijd achter ons te sluiten, omdat de bavianen alles konden gebruiken om te onderzoeken of te slopen.
Omdat we nog steeds flink onder de indruk waren van de reis tot nu toe, hebben we heel rustig aan gedaan, door een bezoekje aan een dorp in de buurt, waar alle kinderen ons heel vrolijk begroetten met “Jambo, Jambo” Die vrolijke kindergezichtjes, moeten wel ergens in de genenbank van alle Tanzanianen zijn opgeslagen, ik heb er niet één lelijk zien kijken.
Udzungwa is een paradijs om aan trekking te doen, langs watervallen, vogels kijken, luisteren naar de regenwoudgeluiden, bijzondere bomen en planten kijken en meer.
Er zijn zeer goed opgeleide gidsen die je van alles kunnen vertellen over de “small five” maar je hoeft ook niet vreemd op te kijken, wanneer je op een steil pad van een meter of twee breed een enorme hoop olifantenmest tegenkomt.
De conditie die bij onze leeftijd hoort in acht genomen, hebben we de kortste wandeling gedaan, en heeft de parkgids samen met Patrick een oplossing bedacht om toch een tweede grotere waterval te bezoeken. Hakuna Matata!
Elke ochtend tijdens ontbijt in Udzungwa kwamen er verschillende soorten aapjes even buurten.
Niet opdringerig of agressief, maar nieuwsgierig en beducht. Waarschijnlijk keken zij net zo vreemd op van onze aanwezigheid als wij op die van hen.
Omdat de reis van Udzungwa naar Selous niet bepaald een comfortabele reis zou zijn, werd deze trip in tweeën gehakt, en hebben we overnacht in Mikumi. We hebben er alleen maar gegeten en geslapen dus hier kan ik niet zo heel veel over vertellen, De kamer met douche was netjes, en schoon, het complex is goed onderhouden. Het personeel was iets minder enthousiast dan ik tot dan toe had ervaren, maar Hakuna Matata werkte daar ook.
Tijdens de reis naar Nyerere National Park heeft Patrick ons een alternatieve route voorgesteld, niet veel om, maar dwars door de suikerrietplantages. Onderweg heeft hij ons van alles verteld over de productie van rietsuiker. Het meest opmerkelijke was, dat de wegen onverhard lijken te zijn, maar in werkelijkheid zijn verhard door afvalsuikerriet in de regentijd op de wegen te laten stuk rijden, waardoor er een harde suiker laag op de weg ligt, te vergelijken met asfalt. Een ander weetje: alleen de 3e rangs suiker blijft in Tanzania; de goede kwaliteit is voor de export. Een kilo van die 3e rangs suiker kost dan 2 dollar. Onbetaalbaar dus voor de gewone mensen. Ook zijn we heel even gestopt bij een marmergroeve, waar, aan de oppervlakte gedolven marmer, met mensenhanden en grote hamers tot gruis wordt geslagen om “bling bling” stucwerk te maken.
Na een flinke dag rijden, zeg maar zo rond theetijd, kwamen we aan bij de Matambwe gate van Nyerere National park. Dit moesten we nog een flink stuk doorkruisen om ons onderkomen voor de komende dagen te bereiken. Een onderdeel van het nationale park is het Selous game reserve, de plek waar nog veel wild in de rondte loopt.
Met nog ongeveer een half uur te gaan vertelde Patrick ons, dat we zojuist het game reserve waren binnen gereden, en wij dus eigenlijk te gast waren bij de wilde dieren .
Hij had het nog niet helemaal uitgesproken, of er kwam een enorme solitaire mannetjesolifant uit de struiken tevoorschijn, woest met zijn oren en slurf zwaaiend.
Patrick heeft de auto stilgezet, en heeft aan ons uitgelegd hoe je een dergelijke situatie het hoofd kunt bieden. Geen herrie of wilde bewegingen maken, en verder is het gewoon een “staredown” waar de olifant het op een gegeven moment genoeg vindt, en op zoek gaat naar iets anders om zich op uit te leven.
Op ca 30 minuten van onze bestemming, vlak bij de airstrip, vroeg Patrick of we al toe waren aan een paar wilde dieren. Hij reed even van het pad, en in no time lagen er twee leeuwinnen met twee kleintjes op drie meter naast de auto.
Even genieten van het moment, en daarna weer terug naar de weg, intussen buffels, zebra’s, impala’s en giraffen gespot.
Uiteindelijk kwamen we bij een rivier, waar een houten trappetje tot aan het water liep, en een uitgeholde boomstam lag afgemeerd. Na een paar minuten kwam er een bootje met zonnescherm, ons ophalen om ons naar het Selous Wilderness Camp te brengen. Daar aangekomen werden we verwelkomd met frisse handdoekjes, en het onvermijdelijke glas vruchtensap.
Je kunt met zekerheid stellen, dat wanneer je een mango in Tanzania hebt geproefd, je nooit meer een mango in Nederland gaat lusten. Het lijkt zelfs wel of alle smaken kleuren en geuren veel intenser zijn dan thuis, maar dat kan ook een beetje euforie zijn.
Omdat het na zonsondergang wat druk kan zijn met overstekende dieren als nijlpaarden en zo, werden we van het restaurant naar de tent begeleid door een Maasai in traditionele rode deken en op autobandslippers, maar wel met behulp van en oplaadbare lamp van Ikea.
Waar traditie de vooruitgang ontmoet. In de tent een flink luxe aankleding, (oplaadbare ventilatoren van de HEMA!) en…. een noodfluit. Dit laatste artikel voor het geval je ’s nachts een meningsverschil mocht hebben met de natuurlijke bewoners. De hele nacht waren er drie mensen aanwezig rond de tenten om de eventuele nieuwsgierige dieren op een veilige afstand te houden.
Dit neemt niet weg, dat we ’s nachts wel wakker werden van het geknor van de nijlpaarden die om de tent scharrelden.
In verband met het weerbericht en de mogelijkheid van een regenbui had Patrick het programma aangepast, zodat we de eerste dag in Selous de hele dag op safari zijn geweest.
Aan het eind van de dag moesten we alle indrukken die we hadden opgedaan ook nog verwerken.
Ik realiseerde me toen opeens dat een safari geen vakantie is, maar exact wat de term bedoelt: een reis, en dat is best hard werken!
Gelukkig is het eten in alle kampen van een hele hoge kwaliteit, in het ene geval wat meer origineel en lokaal, in het andere een westerse maaltijd door de ogen van een inlandse kok(kin) wat ze gemeen hebben: het is allemaal erg lekker. Heel vaak is het eten bijna vegetarisch, maar met zoveel smaak mis je het stukje vlees niet.
De volgende dag stond er een ochtendsafari op het programma, en dan tegen het eind van de middag nog een bootsafari.
Aan het eind van de ochtend wilden we eigenlijk de zebra’s nog een keertje van dichtbij bekijken, maar na honderd of meer impala’s, 30 of zo giraffen in allerlei kleuren en tekening, een prachtige gnoe hengst, een nest hyena’s, krokodillen, nijlpaarden, visarenden, purperreigers, gigantische libellen, hagedisachtigen, trompethoornvogels, hamerkopvogels, parapluvogels en een lunch met een schots geruit tafelkleedje op de motorkap van de landcruiser, waren we helemaal murw, we konden niet nog meer indrukken opnemen.
Terug in het kamp even opfrissen, een drankje doen, en dan aan boord van een bootje met een oude tweetakt buitenboordmotor waarvan je denkt dat hij elk moment zijn laatste wolkje walm uitblaast, de rivier eerst stroomafwaarts bekijken. Met verwondering gezien hoe de lokale bevolking omgaat met de naweeën van de overstromingen die hier drie jaar geleden heel veel hebben vernietigd.
De kinderen gaan gewoon naar school (worden met de kano overgezet) ze hebben zwemles in hetzelfde water waar hun vader met een lekke kano probeert een maaltje vis te vangen, en de lokale krokodillenpopulatie op dezelfde vis aast.
Met dit plaatje nog in mijn hoofd, zette de schipper koers stroomopwaarts, naar een nestplek van de gele wevervogel… zo indrukwekkend: alle mannetjes bouwen een nest van gras en andere vezels en plakken dat met speeksel aan elkaar.
Dan komt een vrouwtje als een verwende bouwinspecteur langs, en als het nest haar niet bevalt is het jammer voor het mannetje…
Verder langs de rivier zag Patrick met zijn “busheyes” wat kleine krokodillen.
Hij vertelde dat de visarend die we hoorden roepen en zagen cirkelen, waarschijnlijk op zoek was naar die kleine krokodilletjes.
Nog verder stroomopwaarts, liggen een paar grote zandbanken in de rivier. Uiteraard met een flinke kolonie nijlpaarden.
Na hier te hebben aangelegd, werd er uit het niets een koelbox tevoorschijn getoverd met koude biertjes en wijn, met popcorn, en strandstoelen.
En dat allemaal om de zon te zien ondergaan boven het regenwoud… indrukwekkend, maar vooral hoe het is georganiseerd.
Hierna over een stikdonkere rivier vol nijlpaarden en krokodillen terug naar het rivercamp, en weer een heerlijke maaltijd gegeten.
De volgende dag nog even in een souvenirstalletje gekeken en dan naar de airstrip bij de Mtemere gate.
Hier werden we zonder problemen in een soort bus met vleugels (Cessna Caravan) geholpen, en waren we ongeveer een uur later op Zanzibar. Ik voelde me wel wat bezwaard naar Patrick, hij moest de auto tenslotte terugbrengen naar Dar es Salaam. De afstand die wij in het vliegtuig in een uur aflegden, daar deed hij de hele dag over, maar zoals hij dat zelf zei “ik heb tenminste de hele dag een “Afrikaanse rug massage”.
Eenmaal op Zanzibar werden we weer keurig en doeltreffend naar het dorpje Jambiani gereden en bij het Casa Beach hotel afgeleverd. CULTUURSCHOK!!!!
Na meer dan een week tussen de wilde dieren te hebben geleefd voelde dit moderne hotel aan als een decadente rustplek voor walgelijk rijke sultans..
We werden ondanks ons verreisde uiterlijk, als koning en koningin ontvangen.
En de volgende ochtend werden we al aangesproken als “Baba & Bibi” elk lid van het personeel en de staf, kwam elke ochtend weer vragen of we goed hadden geslapen, en hoe de eitjes gebakken of gekookt werden gewenst, het duurde nooit langer dan twee uur voor weer een van die ontzettend lieve mensen kwam vragen of we nog iets te kort kwamen.
Nooit opdringerig, en altijd vriendelijk en serieus geïnteresseerd in ons welzijn.
Die dag ontvingen we ook een SMS en mail van de Nederlandse ambassade, dat er een verhoogde waakzaamheid was in verband met een mogelijke terroristische dreiging.
Vermijd plaatsen waar veel westerlingen bij elkaar komen. Dit hebben we voor kennisgeving aangenomen, en in de geest van de Hakuna Matata gedachte we zijn eerst nog een weekje hier… no worries.
Van het verblijf in het hotel hebben we enorm genoten, maar ook soms wel een beetje plaatsvervangende schaamte gevoeld. Vertroetelen, dat is volgens mij het juiste werkwoord voor wat deze mensen tot in perfectie beheersen.
In deze korte week was elke dag een uitstapje gepland, Eerst een kookworkshop met Mr Okala, die ons in zijn traditionele restaurant verwelkomde en ons heeft geprobeerd bij te brengen hoe je op de traditionele manier samosa’s kunt maken, gekruide rijst, vis in kokossaus, en chapati’s moesten ook worden gemaakt. Allemaal heel origineel en ongekunsteld, en vooral ook lekker.
De volgende dag een bezoekje aan het traditioneel dorpje Makunduchi, waar naast de traditionele hutjes ook de kunst van het plukken van kokosnoten werd gedemonstreerd, maar ook allerlei fruitsoorten van een boom werden geplukt, en tezamen met de lokale kindertjes ( Jambo Jambo) werden gegeten. Ook werd er gedemonstreerd wat er allemaal bij komt kijken om een stukje touw te maken van kokosvezels.
De daaropvolgende dag was een boottocht naar een onbewoond eiland gepland met een traditionele dhow. Maar het weer was al een paar dagen onstuimig, hoge golven flink wat wind.
In eerste instantie waren we er niet zo gerust op dat dit wel kon doorgaan. Nu ben ik zelf niet zo snel benauwd op een boot, maar in ruig weer varen kan ik op de Noordzee zo vaak als ik wil, alleen gaat mijn vrouw dan niet (vrijwillig) mee. Het bleek dat deze trip aan de andere kant van het eiland was gepland, en daar was het heel ander weer. Ook deze dag was weer een koningsdag, de hele dag op het water met een houten (en dus flink lekkende) Dhow, zo veel mogelijk op de traditionele manier zeilen. Snorkelen op een rif, BBQ-lunch met kreeft en vis op het strand van een onbewoond eiland, onvergetelijk. Voor het hotelpersoneel was het moment dat we terugkwamen in het hotel onvergetelijk. De geweldige manager van het hotel kwam op me af, en zei: je hebt vast wel een hoop lol gehad, want je hebt een hoofd als een tomaat…Eigenwijs als ik was had in niet gesmeerd, en geen pet opgezet. Typisch voor Mzungu, maar de ervaring kunnen ze me nooit meer afnemen.
’s Avonds kwam er ook een bericht van de KLM, dat er een “verstoring in de operatie” was waardoor onze vlucht met 16 uur werd vertraagd! Na een appje met Explore Tanzania, was er binnen een uur een oplossing voor de volgende dag.
Want het plan voor de volgende dag was dat we ’s ochtends werden opgehaald, en dan met de taxi naar een “spicefarm” zouden gaan voor een rondleiding, lunch, en de aanschaf van kruiden, om daarna naar het vliegveld te worden gebracht voor de terugreis om ca. 0:00. Dit plan werd razendsnel aangepast: We bleven in ieder geval nog een nacht extra in het hotel. De rest kwam later (Hakuna Matata) De volgende dag had Explore Tanzania ervoor gezorgd dat onze tickets waren gewijzigd in een “lokale” vlucht naar Nairobi, en dan vanaf Nairobi met de KLM naar huis.
Op dat moment was ik zo blij, dat wij vanaf het begin alle paperassen en papierwinkel aan Explore Tanzania hebben overgelaten. Het was een kleine prijs voor een ontzettend groot gemak, en juist wanneer het fout gaat ben je blij dat je op deze mensen kunt rekenen.
Ter vergelijk: in ons hotel waren ook anderen die b.v. de vluchten zelf hadden geregeld, maar die kregen bij elke luchtvaartmaatschappij “nul “ op rekest.
Uiteindelijk zijn we heel tevreden thuisgekomen en bewezen de vele foto’s ons dat het niet allemaal een droom is geweest.
Dankjewel Marjolein & team Explore Tanzania voor een “Safari” van 16 dagen en mooie herinneringen voor de komende 16 jaar.
P.S., zelfs de afwikkeling van de restitutie en schadeclaim bij KLM werd door Explore Tanzania zonder probleem opgepakt.
Hakuna Matata! It’s a troublefree philosophy
Wil jij ook zo’n prachtige reis maken?
Bekijk dan de voorbeeldreizen die volledig naar wens aan te passen zijn of
neem direct contact met ons op voor een reis op maat!